Er zijn echter veel vragen over de cliënt en de ondersteuning dreigt vast te lopen. Zo laat de cliënt vreemd gedrag zien: Hij schrijft briefjes met allerlei krabbels en hangt deze op. Hij mijdt zijn appartement, zwerft rond over de gangen. Ook ‘s nachts. Hij laat duidelijk merken dat het fijn is als er vertrouwde begeleiders dienst hebben, hij zoekt ze dan op in de keuken bijvoorbeeld. Het niveau van functioneren van de cliënt is niet bekend. Zijn moeilijk te begrijpen gedrag maakt dat er vragen zijn over wat hij nodig heeft. Ook zijn er vragen over de mogelijke aanwezigheid van psychiatrische problematiek. Tevens is er een andere indicatie noodzakelijk vanwege de intensieve zorgvraag.
De dagbestedingsplek van de cliënt is in een café. Hij werkt hier samen met andere mensen met een (psychische) beperking. Zij runnen samen een goedlopende, drukke brasserie. Omdat hij graag naar de brasserie komt, en hier een aantal vertrouwde begeleiders heeft, zoeken we hem daar op. We hebben allerlei testmateriaal meegenomen. Ons plan is om via zijn begeleiders in contact te komen met de cliënt, en hem op een ontspannen manier ‘aan het werk te krijgen’ met de opdrachten. De opdrachten geven ons een beeld van zijn functioneren, zijn sterke en zwakke kanten en de manier waarop hij taken aanpakt.
Hoe langer we blijven, hoe dichter hij in de buurt komt.
De cliënt weet dat we komen; hem is verteld dat wij vooral komen kijken naar hoe de begeleiding het doet. Wel is men een beetje bang dat hij weg zal lopen, maar gelukkig blijft hij in het café. In eerste instantie neemt hij wel afstand, maar hoe langer we blijven, hoe dichter hij in de buurt komt. We bekijken de keuken, waar hij friet bakt en nemen plaats aan de stamtafel voor een kop koffie. De begeleider nodigt de cliënt ook uit voor koffie. En voorzichtig schuift hij ook aan tafel. Even later staat hij nog even op om het bestek aan te vullen…. Het is, zo blijkt later, zijn manier om even ‘op adem’ te komen om daarna weer aan tafel te komen zitten. De PDA vraagt eerst de werkbegeleiders iets te tekenen waarna de werkbegeleiders vragen of de cliënt mee doet. Uiteindelijk lukt het om de cliënt anderhalf uur (!) aandachtig te laten werken. Midden in de kroeg, tussen de kroket etende mensen!
Hij lijkt de opdrachten eigenlijk heel leuk te vinden, gaat rechtop zitten en kijkt over de tafel heen om te zien wat er nog meer in de testkoffer zit! De verbale onderdelen blijken te moeilijk, hij geeft dit duidelijk aan met zijn lichaamstaal. Even dreigt hij te moeten afhaken omdat we teveel vragen. Maar we kunnen bijsturen en hem iets geven waardoor hij even kan ‘bijkomen’ en weer in de flow van werken komt. De kers op de taart; hij maakt uiteindelijk oogcontact met de PDA en zegt een aantal woorden tegen haar!